woensdag 7 maart 2012

Hoe de SUPER RIJKEN buiten schot blijven.

Ik woon tegenwoordig ‘op de buiten’ naast een stuk grond dat verpand is aan een kwekerij. De grond blijkt nu via een maatschap van een onderliggende stichting te zijn.
Die onderliggende stichting blijkt vervolgens van een familie te zijn. Die stichting is ooit in een ver verleden gevestigd en is ondertussen rijk. Die stichting is zelfs heel rijk. Zo heeft deze stichting onder andere landbouwgronden en onroerend goed.
De stichting laat deze gronden en het onroerend goed gebruiken en bewonen door pachters en huurders.
Het onroerend goed wordt gehuurd door nazaten van de oorspronkelijke oprichters. De gronden worden commercieel verpacht aan boeren (Vandaar het maatschap), soms zijnde ook afkomstig uit de familie.
Gaat een huurder dood, en was het de laatste bewoner in het huis, dan komt de woning vrij voor een ander familielid. Het bestuur van de stichting (enkele familieleden) heeft namelijk het recht de bewoning te bepalen. De stichting mag niet verkopen, maar mag wel ruilen. Het behoudt van de bezittingen en waardevastheid daarvan staat dus hoog in het vaandel.
De familieleden zelf zijn ondertussen officieel dus zo rijk niet meer. Alle onroerende bezittingen worden officieel gehuurd of gepacht. De belastingdienst komt dus tevergeefs voor de grote opbrengst bij de individuele familieleden. De stichting zal ongetwijfeld wel wat belasting betalen, maar waarschijnlijk veel minder dan de individuele familieleden anders hadden moeten doen. Zo hou je het geld in de familie.
De stichting is dus rijk en heeft ongetwijfeld een nobel doel, waarschijnlijk zoiets als de nazaten van… van inkomen en huisvesting voorzien.
Door deze stichting opzet wordt voorkomen dat bij een overlijden het vermogen opgedeeld moet worden en dat belasting moet worden afgedragen. In feite blijft hiermee het vermogen intact, iets dat niet lukt bij families die het niet zo geregeld hebben.
De familieleden hebben uiteraard wel eigen vermogen, maar de grote posten zitten in de stichting.
Een briljante opzet die bij de oude rijken (oude adel) enorm in zwang is. Vaak overigens via buitenlandse trusts, die we ook als een stichting kunnen zien. Dit is ook de weg die de Oranjes gebruiken.
Zo blijven die oude rijken dus rijk. Heel deze opzet is de standaard manier om rijken rijk te houden en armen arm. De meeste inwoners van ons land leven voor zichzelf en iedere generatie moet opnieuw beginnen. Bij de families die hun vermogen in stichtingen en trusts hebben vastgezet wordt al vanaf een veilig niveau begonnen. Weet een familielid niet met de weelde om te gaan, dan kan het stichtingsbestuur die persoon tot de orde roepen door hem of haar af te snijden van de voordelen. Sneu, maar dat is de situatie bij de rest van de gezinnen in het land. Immers is de norm in Nederland en België dat je zelf vanaf nul gaat bouwen.

Overigens geldt bij Nederlandse stichtingen dat als ze hun bezittingen openstellen voor derden (museum achtige opzet) dat er nog weer belastingvoordelen te behalen zijn. Het bezitten van een oud slot of groot grachtenpand in de portefeuille is dus een pré.
- Waar ik nu benieuwd naar ben is bij hoeveel miljoen vermogen dit interessant wordt en hoe je zonder lastige vragen van de fiscus je vermogen in de stichting kan plaatsen. Gaat dat jaar na jaar, of in de vorm van een schenking jaarlijks, eenmalig, of alleen bij overlijden? Hoe richt je vervolgens die stichting zo in dat e.e.a. legaal blijft en toch alle voordelen blijft bieden?
- Een andere vraag is natuurlijk waarom deze weg legaal is. Het is overduidelijk een vorm van belastingontwijking. De reden van de legaliteit is te vinden in het feit dat de rijken en machtigen in ons land als eerste behoefte hadden om die rijkdom en macht te behouden. Het is daarom niet zo gek dat dit is toegestaan. Ze hebben het voor zichzelf in gang gezet.
De vraag is of het nog langer legaal blijft als Jan met de Pet zich inleest en ook gaat besluiten dat het misschien wel een aardig idee is om zijn nageslacht iets mee te geven.
De meeste inwoners denken niet zo, omdat ze ook niet veel hadden om mee te geven. Toch moet je ergens mee beginnen. Je doet het echter voor je nageslacht, niet voor jezelf. De vraag is of je in generaties kan denken.
De rijke families doen dat en blijven rijk… De armen deden dat niet en ondanks dat velen toch na de Tweede Wereldoorlog rijk zijn geworden, is het een tijdelijke rijkdom. Of ze maken het zelf nog op, of het is vrijwel weg na hun overlijden. De rijkdom overleeft de generatie niet. Het is misschien beter voor de economie, maar de ongelijkheid in de samenleving neemt nu weer toe, nu de ‘brede’ rijkdom van een zeer gelukkige tijd weer steeds minder wordt maar de superrijken wel weer rijker zijn geworden omdat hun vermogen wel intact bleef.

Geen opmerkingen: