Hoe de Europse leiders van destijds wisten dat Italie en Griekenland probleem landen waren, maar toch doorgingen met hun kortzichtige beslissingen. Is dit nu uit zelfbelang of zijn ze dom?
In het magazine " Der Spiegel " een uitgebreid verslag van wat deze regeringsleiders wisten.
Ik laat aan de lezers over, wat je hiervan denkt.
Pas vrijgegeven Duitse staatsdocumenten tonen aan dat de founding fathers van de euro maar al te goed wisten welke risico’s en gevaren verbonden waren aan de introductie van een eenheidsmunt. Maar economische details moesten wijken voor politieke overwegingen.
Vooral de inclusie van Italië in de monetaire unie was voor vele experts een zet die economisch geen steek hield, blijkt uit documenten waarop het Duitse magazine Der Spiegel beslag kon leggen.
Desondanks werd Rome toch uitgenodigd om toe te treden, puur uit politieke motieven. Daarmee schiep de Unie meteen een precedent: ook de nog twijfelachtigere toetreding van Griekenland vormde twee jaar later geen probleem meer.
De documenten bewijzen wat velen al langer wisten: dat economische data en financiële statistieken weinig uitmaakten voor politici die het volk wijsmaakten dat ze de economische ontwikkeling volledig naar hun hand konden zetten.
“Operatie Zelfbedrog” begon in december 1991 in Maastricht. De Europese staats- en regeringshoofden kwamen er samen om een akkoord te sluiten over de introductie van een eenheidsmunt tegen 1999.
Toen al was de Duitse regering op de hoogte van de boekhoudkundige trucs van Italië om op papier te voldoen aan de vereisten van de toetreding. Men was er ook van op de hoogte dat zowel Italië als België druk hadden uitgeoefend op hun centrale banken om valse cijfers te publiceren en de realiteit rooskleuriger voor te stellen dan ze in werkelijkheid was.
In Maastricht werd overeengekomen dat geen enkele lidstaat een schuld van meer dan 60% van zijn bruto binnenlands product mocht hebben. De schuld van Italië was echter dubbel zo groot en toonde amper tekenen van beterschap.
Verscheidene experts in de Duitse regering wezen in de aanloop naar 1998 al op de 'enorme risico’s' van de 'Italiaanse schuldenberg.' Het politieke motto van kanselier Helmut Kohl was echter “Niet zonder de Italianen”, want Italië had - omdat het één van de stichtende leden van de Unie was - een soort van “legale claim” op inclusie in de monetaire unie.
Eens de deadline verstreken voldeed de Italiaanse boekhouding aan de Maastricht-criteria. Met dank aan een reeks creatieve boekhoudtrucs en buitengewone omstandigheden. De begroting werd nooit structureel in evenwicht gebracht. Toch bevestigde de voorloper van Eurostat in de lente van 1998 de Italiaanse cijfers.
Kort daarna begon Italië met het terugschroeven van de besparingen. De Bundesbank en de Duitse regering waren daarvan op de hoogte. De Italiaanse begroting van 1999 toonde dat “extra belastinginkomsten gebruikt werden voor nieuwe uitgaven eerder dan om de tekorten aan te zuiveren.” Een situatie die verergerde eens Romano Prodi werd vervangen door de voormalige communist Massimo d’Alema.
Een paar weken voor de lancering van de euro stuurde de financiële attaché van de Bundesbank alarmberichten uit vanuit Rome: “De vraag is of een land met een extreem hoge schuldratio geen risico’s inhoudt voor het succes van de eigen stabiliseringsinspanningen en voor de hele monetaire unie.” Maar de politici negeerden de alarmkreten en zetten het project gewoon door.
Staatsdocumenten van de jaren ’90 van vorige eeuw tonen aan dat Europa als monetaire unie bijna onmogelijk kan functioneren. Politiek opportunisme heeft altijd de overhand gehaald, en blijft dit ook vandaag nog doen.
De euro is nu veertien jaar oud en al twee jaar in crisis. Berlijn begint eindelijk te beseffen dat het zo niet verder kan. Maar net als in de aanloop van de introductie van de eenheidsmunt draaien ook vandaag de hervormingsmaatregelen op weinig anders uit dan op de centralisering van de macht in handen van Brusselse eurocraten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten